Roeicarrière: Sander van der Marck

Goud in Griekenland, 1993 (Sander 3e van links)

Roeien begon voor mij in Nieuwkoop, destijds bij de Meije. De RVA had nog geen eigen locatie en was bij Nieuwkoop ingetrokken. Ik kwam daar wel eens als klein jochie wanneer mijn vader roeide. Toen de RVA een voorlopige eigen locatie kreeg op het huidige parkeerterrein was dat een mooie tijd want ik kwam vaker spelen bij de roeivereniging.
Toen ik oud genoeg was om te roeien en genoeg had van allerlei andere sporten ben ik in de skiff gestapt. Spelevaren voerde natuurlijk de boventoon en lange saaie stukken roeien was niet aan mij besteed. Na een paar jaar, ik was inmiddels 13, pakte mijn vader het coachen op en begon met mij en twee anderen (Bart van Oort en Tycho Busnach). Samen trainde we voor jeugdwedstrijden, het jaar erna voor regiowedstrijden en weer een jaar later zaten we met 4 man in een 4x- en roeiden de Head of the River (Elias Akerboom was inmiddels ook aan boord). Dat seizoen roeide ik verder in de skiff. Inmiddels hadden de "lange saaie stukken" een andere dimensie aangenomen. Ze stonden garant voor mijzelf verbeteren en zo hard mogelijk roeien.

In 1989 ging ik verder in de skiff en Bart en Elias in de 2x. Nog steeds onder de bezielende leiding van mijn vader gingen we het 17/18 veld tegemoet. Dit leverde mij aan het einde een bezoek aan het selectieweekend voor de junioren WK op. Voor het eerst zat ik in een boordroeiboot. Tja, dan hoor je nog niet op een WK thuis...

Het jaar erna was ik vast besloten om op zo'n junioren WK terecht te komen. Zeer gemotiveerd ging ik de winter in en trainde veel alleen want mijn vader zat veel in het buitenland (ik moest en zou...). Deze arbeid leverde zeer veel op. Ik won de skiffhead en werd tweede op de Randstad Regatta. Ik had mijzelf zonder meer in de 4x- geroeid. Andere junioren moesten zich nog in de selectie bewijzen. Later dat seizoen roeide ik met de winnaar van de Randstad Regatta, Dennis Sroombergen, in de 2x op de ARB. Hij zou in de skiff naar de junioren WK gaan. We roeiden een baanrecord dat vandaag de dag nog steeds staat.
De junioren WK was een belevenis op zich: zoveel verschillende landen, vlaggen, ploegen en verschillende soorten mensen. Het was het laatste jaar dat Oost Duitsland nog apart meedeed, net als de USSR (ik heb nog steeds een heel mooi, foeilelijk CCCP trainingspak). Helaas lukte het ons niet om in de finale te komen. Daardoor ontmoedigd werden we uiteindelijk negende.

Na een rustig jaartje Senior B roeien en eindexamen vertrok ik naar Laga in Delft. Een bijzondere vereniging waar ik veel geleerd heb. Het eerste jaar kwam ik in een ploeg terecht met een ploeggenootje van de junioren WK en twee ouderejaars roeiers, die eerder ook de junioren WK hadden gevaren. Een eerste studiejaar is zonder meer bijzonder en intensief. Toch lukte het ons om naar de Nations Cup uitgezonden te worden (tegenwoordig WU23, WK voor roeiers onder de 23) in Schotland. Ook dat was weer een bijzondere belevenis. We roeiden in de 4+, een typisch nummer voor zware mannen. Dat waren we niet echt en moesten het afleggen tegen ploegen met gemiddeld 10 kg zwaardere roeiers.

Dat mocht de pret niet drukken. Dat ik door ging met roeien was vanzelfsprekend. De wil om te verbeteren en te presteren zorgde voor een "way-of-life". Roeien heeft als voordeel dat het niet enorm tijdsintensief is en het dus goed te doen is om "tussendoor" te studeren en andere dingen te doen.

Het tweede jaar in Delft wilde ik weer scullen. Dat werd dus de skiff als basis. Gedurende de winter werd duidelijk dat mijn junioren baanrecord maatje en ik het weer zouden proberen in de 2x. Het seizoen verliep voorspoedig en de uitzending voor de Nations Cup was binnen. 17 dagen voor het toernooi kreeg ik het voor elkaar om tegen iemand anders aan te fietsen, drie vingers uit de kom te forceren en een grote snee in mijn hand te veroorzaken. Het gebeurde in de buurt van het VU ziekenhuis, dus zo spoedig mogelijk naar de eerste hulp. De arts was een oud-roeier en wist te vertellen dat ik niet op dat toernooi zou kunnen varen. Op een of andere manier was ik niet onder de indruk en via de equipe arts kwam ik de volgende dag bij de orthopeed van het NOC-NSF terecht. Hij dacht er anders over en ik kreeg een spalk mee om mijn vingers te immobiliseren. Elke dag zat ik gefrustreerd op de hometrainer terwijl ik ook twee weken lang lustrumfeesten van mijn vereniging had kunnen bezoeken. Ik moest en zou...
Met een reserveroeier zijn we naar het trainingskamp gegaan. De eerste dag roeide ik 500 m. De laatste dag roeide we alle andere ploegen naar huis. Tijd voor het toernooi!

Dat vond plaats in Griekenland. Het maakte zeker indruk dat ik mijn spalk vlak voordat we in de boot stapten pas afdeed. Het was dan ook meer voor de psychologische oorlogsvoering dan voor mijn vingers. Het toernooi verliep voorspoedig en de ochtend voor de finale was het tijd om de verwachtingen (van onszelf) waar te maken. Dat was ook de enige keer dat ik niet heb kunnen eten van de zenuwen.
Eenmaal in de boot was dit gevoel redelijk weg: ik had weer wat om handen. Aan de start voelde ik me weer zoals het hoort op die plek en bij de eerste halen voelde ik me weer op mijn gemak. Dennis en ik hadden het motto "op de kilometer begint de wedstrijd" Omdat we geloofden dat inmiddels de hele wereld ons motto kende, besloten we om al bij 900 meter helemaal los te gaan. Vlak voordat ik het signaal ervoor gaf, keek ik eens rond en verbaasde me over de "passiviteit" van de anderen: niemand had nog initiatief genomen. Wij waren de eerste en de enige. Binnen 10 halen lagen we 2 lengtes voor en dat konden we vasthouden. Pas in de eindsprint wisten drie ploegen behoorlijk dichtbij te komen, maar ze maakten het zichzelf moeilijker voor zilver dan ons voor goud. Blik was binnen!

Dat was een mooie opsteker, maar het echte spel moest natuurlijk nog beginnen: Senioren A. In 1994 probeerden Dennis en ik het weer in de 2x. Nu lukte het echter niet helemaal meer. De KNRB wilde een nieuwe 4x- formeren. Beide verschenen we op de selectie, maar voor mij was het daarmee klaar. Dennis ging verder. Ach ja, dan maar weer hard varen in de skiff. Ik roeide een aantal keer onder de 7 minuten op de Bosbaan. De geformeerde 4x- ging wat minder goed. Opeens zat ik weer in de 4x- en moesten anderen om een plek vechten. De vier ging uiteindelijk naar Luzern en daar hield het seizoen van 1994 op. Het was wel een bijzondere belevenis om het belangrijkste roeitoernooi, na de WK, te varen: de hele wereld doet mee.

Een leuk detail van dit seizoen was een uitnodiging van de University of Washington uit Seattle. De KNRB was door de universiteit in Seattle gevraagd om een dames- en herenacht te sturen om ter plekke een wedstrijd te roeien. Vanwege het grote enthousiasme in Nederland werden er selecties gehouden voor Senior B roeiers. De door Dennis en mij samengestelde vier moest en zou natuurlijk in die acht terecht komen. Dat lukte samen met een vier van Laga. Het was een fantastische week in Seattle met een wedstrijd op een roeibaan als in Henley: 2 km lang jachten langs de baan waar we tussenin de wedstrijd voeren. Helaas hebben we net niet gewonnen, mede vanwege het vermoeiende sociale programma dat de Amerikanen voor ons verzonnen hadden. Heel slim van ze :-)

Daarmee was ik op een punt aangekomen of ik door zou gaan of niet: weer een winter trainen, geen garantie op succes etc., etc. Ik besloot om te blijven varen zolang het goed ging, ofwel: ploeglid van nationale ploegen. Ook nu ging ik weer gemotiveerd de winter in. Op de Skiffhead eindigde ik hoog (Göbel bleef onverslaanbaar). De Randstad wist ik te winnen. Weer zat ik in de 4x- en mochten anderen om een plek vechten. De geformeerde ploeg was het begin van twee seizoenen 4x-. Het was een bijzondere ploeg, in die zin dat we er weinig van bakten in de trainingen. Echter, boven tempo 30 was het ineens een andere ploeg: we deden het uitstekend op de wedstrijden. In Duitsland werden we tweede en derde in een internationaal veld. In Luzern werden we vierde in aanwezigheid van bijna alle latere WK ploegen. We mochten naar de WK.
In het trainingskamp verloren we onder tempo 24 altijd van de lichte pikken 4x-, maar boven de 30 waren de rollen omgedraaid, en hoe!
De halve finale van de WK was fantastisch: zo strak en zoveel controle. Een tweede plek bezorgde ons een finale plek waarin we uiteindelijk vijfde werden. Niet slecht voor een eerste WK, bovendien hadden we onze boot voor de Olympische Spelen gekwalificeerd!

De Olympische vier op de Boasbaan in 1996 (foto tijdens startschot; Sander op boeg)
En dan wil je wel door. Na veel trainingskampen volgt uiteindelijk de selectie. Dit keer zit ik bij de laatste twee die nog voor de laatste plek kan strijden. Door de jaren heen heb ik goed geleerd de mentale kant van presteren te beheren. Dat kwam goed van pas. Dit was weer een moment dat het erop aankwam, en het lukte! Onder voorbehoud van vormbehoud zouden we naar de Spelen gaan met dezelfde 4x- als in het jaar ervoor.
Nog meer trainingskampen, wonen in Amsterdam, buitenlandse wedstrijden roeien. Energie voor studie zat er dat jaar niet in. Gelukkig was de universiteit in Delft blij met studenten die naar de Spelen gingen: studievertraging was geen probleem en ik kreeg zelfs een beurs aangeboden voor dat jaar. Het roeien verliep wat wisselvalliger dan het jaar ervoor: de ene wedstrijd, met alle ploegen aanwezig, worden we tweede. Een andere keer worden we twaalfde. We kunnen de vinger niet op de zere plek leggen.
In ieder geval ging het goed genoeg om naar Atlanta te gaan. De hele Olympische Spelen zijn een spektakel op zich, van Opening tot Afsluiting. Ik ben bij beide aanwezig geweest; het is ronduit fantastisch om hierin mee te mogen lopen als sporter!
Roeien heeft het voordeel dat het altijd in de eerste van de twee weken is geprogrammeerd. Je mag dus meteen aan de slag. We wisten ons via de voorwedstrijd direct voor de halve finale te plaatsen. Die verliep jammer genoeg niet zoals gepland: we werden vierde, niet genoeg voor de finale. Enigszins gedesillusioneerd hebben we de kleine finale onbedoeld weggegeven, ook daar werden we vierde: uiteindelijk dus tiende.

Echt lang heb ik er niet om getreurd. Het was nou eenmaal zo en de Holland Acht gaf een geniale afleiding: vlak voor mijn ogen wisten ze na een heel seizoen ongeslagen te zijn ook hier goud binnen te halen. Prachtig moment!

Het andere voordeel van het toernooi in de eerste week is totale vrijheid in de tweede week. Je bent officieel sporter, maar zonder verplichtingen. Je mag alle evenementen bezoeken; zo waren we aanwezig bij de halve finale van basketbal van Australië tegen USA (wat een mooie gekken zijn die Ozzies!), het hockey goud van de heren en het heren volleybal goud. Ook de halve finale van de 200m sprint (atletiek) zal ik niet gauw vergeten: mannen die met veertig km/u over de baan vliegen.

Sinds 1992 organiseert de roeivereniging Proteus-Eretes de Universiteitswedstrijden in Delft. Inmiddels was het een traditie dat Proteus en Laga samen een sterke acht op het waterbrachten, zo ook in 1996. Met alleen WK- en Olympische roeiers aan boord wisten we Amsterdam van ons af te houden en onze universiteit vond dat natuurlijk prachtig. Mede vanwege de goede prestaties op WK en OS besloot de TU Delft om ons uit te zenden naar Boston: The Head of the Charles, ofwel de grootste roeiwedstrijd van de wereld, aldus de Amerikanen.
We sliepen een week lang in de studenten huizen van Massachusetts Institute of Technology (MIT), een van de meest vooraanstaande universiteiten van de wereld. Prachtig om daarin te verblijven. Ook deze huizen zijn op een schaal georganiseerd die wij niet in Nederland kennen. Het trainen op de Charles was mooi, kortom een mooie week waarin we Nereus lieten verbleken als we voorbij roeiden. Helaas konden we dit niet hard maken omdat de wedstrijd vanwege een storm werd afgelast. Toch een prachtige week gehad!

Goud op de Varisty, 1997 (Sander op boeg)
Het seizoen van 1997 moet weer in het teken van mijn studie staan: roeien staat op plaats twee. Ik kan het echter niet laten, mede omdat ik weer tijdelijk buiten de nationale equipe val: op een of andere manier ben ik gebrand op nog meer resultaat in de skiff dan voorheen. Daarnaast heb ik ook mijn zinnen gezet op Varsity goud (www.varsity.nl). In de Oude Vier van Laga lukt het inderdaad om de Varsity te winnen: held voor één dag! Dat betekent feest in jouw stad, de hele nacht lang met elke roeier uit Nederland die het vieren wil. Net als meelopen in de Opening van de Spelen, is dit iets dat minimaal één keer meegemaakt moet hebben!

Omdat studie en roeien niet meer samen ging op de manier waarop ik elk afzonderlijk wilde doen, heb ik na de Varsity besloten om te stoppen met roeien. Ik ben me toe gaan leggen op afstuderen en coachen. Dat laatste heb ik in de jaren erna af en aan gedaan. Tegenwoordig houd ik mij bezig met het stimuleren van jonge studentenroeiers (www.rvminerva.nl) en de verbetering van het studentenroeien in het algemeen.

Sander van der Marck